Gedoopt in de Grote kerk 2 augustus 1765, vader Jan, timmerman en stadsarchitect, gedoopt in de Grote kerk 17 mei 1713, zoon van Adam en Allegonde Peakok, trouwt 11 juni 1747 te Nederhemert, begraven 20 april 1780, moeder Elisabeth Josina ter Croyem dochter van dr Arnoldus en Arnolda van Hemert, overleden te 's-Hertogenbosch 16 april en begraven 19 april 1806, oud bijna 82 jaar (S 79, 570, 585, R.B.S. Gelderland 1113 en Voorname huizen III blz. 576); ondertrouw te Rotterdam 17 mei 1797 en trouw met Anna Jozina Graham, gedoopt N.H. kerk Vught 1 november 1772, dochter van Jan Jacob en Clara van Loon, als weduwe overleden te Utrecht 30 maart 1849, onder Catharijne L 42a (S Vught 6, 's-Hertogenbosch 138, N.B.S. Utrecht en Krantenknipsels C.B.v.G.); een kind gedoopt in de Waalse kerk 8 september 1799 (S 89); van 21 april 1789 tot 1800 notaris te 's-Hertogenbosch (Hartong blz. 222); in 1794 regerend blokmeester van de Kerk- en Verwerstraat ('s-Hertogenbosch Rep. Alm.); fungeerde in augustus 1795 als secretaris voor de commissie uit de Staten-Generaal, Jordens, Veldtman, Lestevenon en Quetsen (R.A.N.Br. Gewestelijk Bestuur 9 d.d. 21 augustus 1795 no 2); tot 2 december 1795 als klerk werkzaam bij Boudewijn Donker Curtius, die sinds 7 maart 1795 secretaris was van het Com. tot de Alg. Zaken van het Bondgenootschap te Lande benoemd tot ontvanger der gemene middelen over de kwartieren van Maasland en Oisterwijk (A.R.A. Oorlog 8 blz. 3309 vso en 3348 vso en R.A.N.Br. Gewestelijk Bestuur 26 d.d. 27 januari 1796 no 6); stelde 21 december 1796 borgtocht als commies van 's lands magazijnen te 's-Hertogenbosch (A.R.A. Oorlog 14 blz. 3968 vso); richtte in april 1798 tot het Uitvoerend Bewind een klacht over het gedrag der regenten tot reorganisatie der grondvergaderingen (A.R.A. Bin.Z. no 16 d.d. april sub 586 en 188 rec. 28 april BB no 22); bij Decr. van 2 november 1798 en Besluit van het Uitvoerend Bewind van 7 november 1798 benoemd tot commis stapelier bij 's lands magazijnen te 's-Hertogenbosch (Bijlage Eerste Kamer Verteg. Lichaam van 29 maart 1800); 9 october 1800 benoemd tot en 1 november 1800 in functie als commies en 13 october 1809 | 522 |
benoemd tot magazijnmeester 1e klasse bij de stapel- en constructiemagazijnen van Oorlog te Delft, tot 5 februari 1811 aldaar in functie, legde 7 augustus 1810 de eed van trouw aan de keizer af, zijn tractement bedroeg in 1810 ƒ 3000,- (A.R.A. Uitvoerend Bewind 252 exh. 9 october 1800 no 35, Fin. 868 exh. 18 april 1811 ZZZ, S.s.k.L. 538 blz. 128, Stamb. magazijnmrs. Rekenk. vóór 1813 no 48 blz. 379 en oorlog 1549, 1546 en 1433); werd in januari 1807 op grond van plichtsverzuim bij het vervoer van een schip met kruit, te Leiden gesprongen, gearresteerd en in rechten aangesproken (A.R.A. S.s.k.L. 565 blz. 36); woonde in 1832 te St. Oedenrode; overleden te St. Oedenrode 29 maart 1832 (N.B.S. St. Oedenrode en Wageningen huw. acte 24 april 1834). | 523 |
Minuutakten. 1789-1800. 5 banden. 3507. 1789-1790. 3508. 1791-1792. 3509. 1793-1794. 3510. 1795-1799. 3511. 1800. | |
3512 |
Besloten testament met akte van superscriptie. 1798. 1 omslag. |
Maarten van Boven, Bossche Heeren : Een biografie van het Bossche sociëteitsleven 1789-2019 (2019) 295
A.R.M. Mommers, Brabant van generaliteitsland tot gewest II (1953) 522-523
A.F.O. van Sasse van Ysselt, De voorname huizen en gebouwen van 's-Hertogenbosch (1910) III. 576